Bij The Voice of Holland is een bom gebarsten. In het programma BOOS werden dingen onthuld. Heftige dingen. En we zijn boos. Terecht boos. Mensen zijn over grenzen van andere mensen gegaan. Oudere mensen over de grenzen van jongere mensen. Machtiger mensen over grenzen van minder machtige mensen. Mannen over de grenzen van vrouwen. In een competitie die zou moeten gaan om talent en talent alleen, werd de sfeer vergiftigd en van mensen misbruik gemaakt.
Ik begrijp dat er protocollen waren en gedragscodes. Er zijn ‘loketten’, zo noemde John de Mol dat.
Dat is mooi. Blijkbaar is er nagedacht over gedrag van mensen en veiligheid van mensen.
Terecht vallen mensen over De Mols verzuchting die voelt als een aanklacht om toch vooral van die loketten gebruik te maken. Alsof het aan de vrouwen ligt.
Er zijn dus protocollen die gedrag moeten reguleren. Maar er zijn mensen die in hun gedrag daar niet naar handelen. En die dat gedrag ook jaren kunnen voortzetten. Zij reflecteren blijkbaar niet op zichzelf. En zij zijn blijkbaar ook niet (of in elk geval niet voldoende) op hun gedrag aangesproken. Protocollen of niet. Waar grensoverschrijdend gedrag is en waar daarvan wordt weggekeken, functioneren loketten niet. Uiteraard niet.
Er is een storm van protest ontstaan. Velen geven aan geschokt te zijn. Gelukkig maar. Wat in de protocollen staat, dat vinden we kennelijk relevant. Het grensoverschrijdend gedrag vinden we gelukkig niet normaal. Fijn.
Er is ook angst dat we, nadat de storm is gaan liggen, weer overgaan tot de orde van de dag. Dat er, protocollen of niet, weer grensoverschrijdend gedrag zal zijn. Dat we, protocollen of niet, weer zullen wegkijken. Wegkijken is iets anders dan grensoverschrijdend gedrag. Wie heeft weggekeken heeft echter wel grensoverschrijdend gedrag laten gebeuren. En heeft zich dus net zo goed niets gelegen laten liggen aan de protocollen. Protocollen zijn dus door daders met voeten getreden en door wegkijkers genegeerd.
Er is geen garantie dat dit in de toekomst verandert. Ik snap dus de mensen wel die bang zijn dat we snel weer overgaan tot de orde van de dag. En dat er niets verandert.
Een protocol is een zelfstandig naamwoord. Dat protocol is echter niet uit de lucht komen vallen. Het is het resultaat van een uitgebreid proces van nadenken door (vak)mensen. Dat proces is vervolgens gestold in een zelfstandig naamwoord. Het zou goed zijn als het protocol weer een werkwoord zou worden door met elkaar het gesprek aan te gaan over het protocol. Zodat het óns protocol wordt.
Dan implementeren we dus geen protocol dat door anderen is bedacht en als een gestold proces wordt binnen geloodst. Dan bespreken we met elkaar ons protocol. Niet één keer, maar met regelmaat.
Zodat het levend blijft, en het een werkwoord blijft.
Zodat we eraan gewend raken met elkaar te bespreken wat kan en wat niet.
Zodat er geen twijfel bestaat aan wat we wel of niet kunnen doen/zeggen/maken.
Zodat de drempel om iemand aan te spreken op onacceptabel gedrag lager wordt.
Zodat kwetsbare mensen geen loketten meer hoeven op te zoeken. Omdat zij worden beschermd door een bedrijfscultuur waar protocollen geen gestolde processen zijn, maar levende werkelijkheden.
Ernest Ouwejan
25 januari 2022